Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • le pull-over = de trui
  • je range = ik ruim op
  • tout = alles
  • quoi = wat
  • ses baskets = zijn basketbalschoenen
  • le lit = het bed
  • moche = lelijk
  • bleu = blauw
  • jaune = geel
  • c'est où ça = waar is dat
  • chez = bij
  • une ferme = een boerderij
  • c'est qui = wie is dat
  • n'est-ce pas = niet waar
  • il a quel âge = hoe oud is hij
  • le jardin = de tuin
  • un ordinateur = een computer
  • beaucoup de fleurs = veel bloemen
  • la chaise = de stoel
  • la table = de tafel
  • un village = een dorp
  • une cave = een kelder
  • au troisième étage = op de derde etage
  • un grenier = een zolder
  • un jeu = een spelletje
  • le rez-de-chaussée = de begane grond
  • au premier étage = op de eerste verdieping
  • une baignoire = een bad
  • la salle de bains = de badkamer
  • encore une fois = nog een keer
  • tu commences = jij begint
  • peut-être = misschien
  • le vin = de wijn
  • la soeur = de zus
  • chouette = leuk
  • quelle est ton adresse = wat is je adres
  • attends = wacht
  • là-bas = daar beneden