Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • bronzer / se bronzer = bruin worden
  • le ciel = de hemel
  • l'orage = het onweer
  • avoir peur de = bang zijn voor
  • être en panne / tomber en panne = pech hebben
  • prévoir = voorzien
  • le bouchon = de file
  • complet = vol
  • essayer = proberen
  • arranger / organiser = regelen / organiseren
  • une averse = een stortbui
  • court = kort
  • particulier / particulière = bijzonder
  • le trafic / la circulation = het verkeer
  • le ralentissement = de vertraging
  • un camion / un poids-lourd = een vrachtwagen
  • la sortie = de afslag / afslag van een autoweg
  • prudent = voorzichtig
  • fréquent = veelvuldig / vaak
  • l'essence = de benzine
  • une station service = een benzinestation
  • à l'avance = van tevoren
  • plein de choses / beaucoup de choses = veel dingen
  • il a plu = het heeft geregend
  • pleuvoir = regenen
  • savoir = weten