Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • la bûche = kerstgebak
  • mélanger = mengen
  • le chapeau = de hoed
  • le tirage au sort = de trekking
  • le premier = het eerste
  • d'abord = eerst
  • viens = kom
  • je suis désolé = het spijt me
  • coûter = kosten
  • une chanson = een lied
  • cher = duur
  • oublier = vergeten
  • tout le monde = iedereen
  • une galette = een soort platte koek
  • le frigo = de koelkast
  • la naissance = de geboorte
  • dormir = slapen
  • lundi prochain = aanstaande maandag
  • le tire-bouchon = de kurkentrekker
  • la cafetière = het koffiezetapparaat
  • la casserole = de pan
  • la poêle = de koekenpan
  • un aspirateur = een stofzuiger
  • un verre à eau = een waterglas
  • tendrement = met veel liefs
  • une tasse à café = een koffiekopje
  • offrir = aanbieden
  • tu veux dire = je bedoelt
  • un morceau = een stuk
  • une soirée = een avondje