Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • du coup = bijgevolg / hierdoor
  • merci beaucoup d’être venu = dank u zeer dat u gekomen bent
  • cet homme les avait sur lui = die man had ze bij zich
  • tout de suite = direct
  • garer une voiture = een auto parkeren
  • un cabas à la main = een boodschappentas in de hand
  • préparer un cours = een college voorbereiden
  • un vol dans la voiture = een diefstal uit de auto
  • une vitre cassée = een gebroken ruit
  • une vingtaine = een twintigtal
  • rayé = gestreept
  • hier soir = gisteravond
  • il s’agit de = het gaat om
  • le bruit = het geluid
  • le verre = het glas
  • il paraît que = het schijnt dat
  • je n’ai vu que le cabas = ik heb alleen maar de boodschappentas gezien
  • je l’ai vu de dos = ik heb hem op de rug gezien
  • je ne peux vous donner = ik kan u niet geven
  • remplir = invullen
  • plus de renseignements = méér inlichtingen
  • ni grand, ni petit = noch groot, noch klein
  • par terre = op de grond
  • tout à coup = plotseling
  • en face de = tegenover
  • vous avez été témoin = u bent getuige geweest
  • vous n’avez plus qu’à … = u hoeft alleen nog maar te …
  • alerter = waarschuwen
  • grand ouvert = wijd open
  • un homme costaud = een stevig gebouwde man
  • une femme mince = een slanke vrouw
  • il avait les cheveux bouclés = hij had krullend haar
  • elle avait les cheveux raides = zij had steil haar
  • un pull-over = een trui
  • un jeans = jeans
  • une veste = een jasje
  • une chemise = een overhemd
  • des chaussures = schoenen
  • des chaussures de sport = sportschoenen
  • bleu clair = lichtblauw
  • rouge foncé = donkerrood
  • gris-vert = tussen grijs en groen in
  • ce matin = vanmorgen
  • cet après-midi = vanmiddag
  • cette nuit = vannacht
  • ainsi = aldus
  • alors = dan
  • à cause de = door
  • pendant = gedurende
  • son premier grand rôle = haar eerste grote rol
  • le tournage du film = het draaien van de film
  • il perd contre Safin = hij verliest van Safin
  • il remporte le tournoi junior = hij wint het jeugdtoernooi
  • il devient le plus jeune champion d’Europe = hij wordt de jongste Europees kampioen
  • la même année = in hetzelfde jaar
  • à l’âge de six ans = op zijn zesde jaar
  • prendre des cours de théâtre = toneellessen nemen
  • enfin = uiteindelijk
  • dès sa deuxième année = vanaf zijn tweede jaar
  • elle est née = zij is geboren