Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • la ville natale = de geboortestad
  • le décès = het overlijden
  • l’association = de vereniging
  • avoir mal au coeur = misselijk zijn
  • une radio = een röntgenfoto
  • aux urgences = bij de eerste hulppost
  • la sono = de geluidsinstallatie
  • la guirlande = de slinger
  • un escabeau = een keukentrapje
  • Pas de souci! = Maak je geen zorgen!
  • Aïe! = Au!
  • un camion = een vrachtwagen
  • accueillir = ontvangen
  • Serrez les dents! = Zet je tanden op elkaar!
  • guérir = genezen
  • une fracture simple = een enkelvoudige breuk
  • le plâtre = het gips
  • s’appuyer sur = steunen op
  • soigner = verzorgen
  • se sentir = zich voelen
  • la douleur = de pijn
  • remonter le moral à quelqu’un = iemand opbeuren
  • le kiné / le kinésithérapeute = de fysiotherapeut
  • enlever = eraf halen
  • la force = de kracht
  • l’appareil = het apparaat
  • délivrer = afgeven
  • un sparadrap = een pleister
  • la toux sèche = de droge hoest
  • la goutte = de druppel
  • blanc comme un linge = doodsbleek
  • Tu peux dire ça! = Dat kun je wel zeggen!
  • serrer = stevig vastmaken
  • respirer = ademhalen
  • grave = ernstig
  • le traitement = de behandeling
  • rentrer dans l’ordre = in orde komen