ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Frans
Malmberg
D'accord3
4havo
4havo-H5-NF
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Frans
Nederlands
avoir peur de
=
bang zijn voor
appeler / téléphoner à
=
bellen
redoubler une classe
=
blijven zitten (op school) / blijven zitten
se fâcher
=
boos worden
oser
=
durven
ainsi
=
aldus
une signature
=
een handtekening
le prof principal
=
de mentor
la nouvelle
=
het nieuwtje
le bulletin
=
het rapport
un petit ami / une petite amie
=
een vriendje / een vriendinnetje
avoir raison
=
gelijk hebben
rigolo / marrant
=
grappig
mentir
=
liegen
peut-être
=
misschien
avoir tort
=
ongelijk hebben
priver de
=
ontzeggen
exagérer
=
overdrijven
être déçu
=
teleurgesteld zijn
consoler
=
troosten
cacher
=
verbergen
interdire
=
verbieden
C’est insupportable!
=
Dat is onverdraaglijk!
Je suppose que
=
Ik veronderstel dat
Tu t’imagines?
=
Kun jij je dat voorstellen?
Ne t’inquiète pas.
=
Maak je geen zorgen.
Pourquoi a-t-il fait cela?
=
Waarom heeft hij dat gedaan?
Qu’est-ce qu’il y a?
=
Wat is er aan de hand?
Qu’est-ce qui s’est passé?
=
Wat is er gebeurd?
la décision
=
de beslissing
l’attitude
=
de houding / een houding
la chance
=
de kans
avoir l’âge de
=
de leeftijd hebben om
s’entendre bien
=
goed met elkaar kunnen opschieten
C’est encore pire.
=
Het is nog erger.
Ça va s’arranger.
=
Het zal goedkomen.
Je ne sais plus quoi faire.
=
Ik weet niet meer wat ik moet doen.
avoir le droit de / pouvoir
=
mogen
invivable
=
onleefbaar
convaincre
=
overtuigen
déranger
=
storen
contre
=
tegen
quand même
=
toch
permettre
=
toestaan
expliquer
=
uitleggen
rendre triste
=
verdrietig maken
avoir confiance en
=
vertrouwen hebben in
apprécier
=
waarderen
désespéré
=
wanhopig
refuser
=
weigeren
le plus souvent possible
=
zo vaak mogelijk