ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Frans
Malmberg
D'accord3
56v
6vwo-M3-FN
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Frans
Nederlands
à l’échelle de
=
op het niveau van
au fil du temps
=
in de loop van de tijd
être à l’origine de
=
de oorzaak zijn van
excepté
=
uitgezonderd
l’accès
=
de toegang
la mention
=
de vermelding
le comportement
=
het gedrag
le ménage
=
het huishouden
le revenu
=
de inkomsten
les proches
=
de naasten
mener une enquête
=
een onderzoek uitvoeren
recruter
=
werven
le boulot
=
het werk
l’enveloppe
=
het omhulsel
se moquer de
=
je niets aantrekken van
le partisan
=
de aanhanger
la prise de position
=
de stellingname
le survêtement
=
het trainingspak
la tenue
=
de kleding
voler au secours
=
te hulp schieten
affecter
=
aantasten
l’appréhension
=
de vrees
la contrainte
=
de dwang
l’embouteillage
=
de file
estimer
=
vinden
fouiller
=
doorzoeken
la goutte
=
de druppel
traîner
=
slepen
empêcher de
=
verhinderen
en cas de
=
in geval van
inciter à
=
aanzetten tot
l’encouragement
=
de aanmoediging
la célébration
=
het feest
la charité
=
de liefdadigheid
la glorification
=
de verheerlijking
la mesure
=
de maatregel
la préservation
=
het behoud
le maire
=
de burgemeester
mendier
=
bedelen
baptiser
=
dopen
conquérir
=
veroveren
dévoiler
=
ontsluieren
devoir à
=
danken aan
inédit
=
volkomen nieuw
l’ancêtre
=
de voorouder
l’audace
=
de durf
l’hommage
=
het eerbetoon
la tenue légère
=
de lichte kleding
le cinéphile
=
de filmliefhebber
promouvoir
=
promoten
s’efforcer de
=
zijn uiterste best doen
se dérouler
=
plaatsvinden
approximatif
=
ruw geschat
bilingue
=
tweetalig
en particulier
=
in het bijzonder
entraîner
=
meeslepen
grave
=
erg
indispensable
=
onontbeerlijk
l’oeuvre
=
het (kunst)werk
l’outil
=
de gereedschap
le mépris
=
de minachting