ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Latijn
Eisma
Plinius 2022 basiswoorden
Blok 1 (Hdfst. 3, 3a)
Basiswoorden bij het CE Latijn 2022
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Latijn
Nederlands
bene (bijw.)
=
goed
sapiens, sapientis
=
wijs / (zelfst. nw.) de wijze
instituo
=
instellen / beginnen
quod
=
betr. vnw. / omdat / dat
nihil (onz.)
=
niets
homo, hominis
=
mens / man
sine + abl.
=
zonder
immortalis
=
(bijv. nw.) onsterfelijk / (zelfst. nw. mv.) goden
deus
=
god
ops, opis
=
hulp / macht / kracht / vermogen
consilium
=
plan / besluit / beleid / raad(geving) / advies
potior, potioris
=
liever / verkieslijker
consul, consulis
=
consul
magis
=
meer
quam (na comp.)
=
dan
senatus, senatus
=
senaat
auctoritas, auctoritatis
=
gezag / invloed / aanzien
res publica, rei publicae
=
staat
optimus
=
beste / zeer goed / voortreffelijk
princeps, principis
=
de eerste / leider / keizer
excito (excitare)
=
(op)wekken / aansporen / opjagen
quis?, cuius (zelfst.)
=
wie? wat?
qui?, cuius (bijvoegl.)
=
welke?
enim
=
immers / want / namelijk
aut (. . . aut)
=
of (. . . of)
pulcher, pulchri
=
mooi
munus, muneris
=
taak / geschenk
similis + gen. / dat.
=
gelijk aan / gelijkend op