ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Latijn
Ars legendi
Vici
Vici 02.10
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Latijn
Nederlands
oratio
=
orationis, vr., de toespraak, het pleidooi
hostis
=
hostis, m., de vijand
imminere
=
immineo + dat., bedreigen
inire
=
ineo, 1. binnengaan 2. beginnen
fugere
=
fugio, vluchten
villa
=
villae, vr., het landgoed
mare
=
maris, onz., de zee
altum
=
alti, onz., de volle zee
vehere
=
veho, 1. voeren 2. (passief) varen, rijden
ventus
=
venti, m., de wind
oriri
=
orior, 1. opgaan 2. ontstaan 3. beginnen
litus
=
litoris, onz., het strand, de oever
referre
=
refero, 1. terugbrengen 2. melden
patria
=
patriae, vr., het vaderland
servare
=
servo, 1. redden 2. bewaren
fortis
=
fortis, forte, 1. sterk 2. dapper
pugna
=
pugnae, vr., het gevecht
ponere
=
pono, plaatsen
deponere
=
depono, neerleggen
imponere
=
impono, 1. zetten op of in 2. opleggen
quietus
=
quieta, quietum, rustig
iniquus
=
iniqua, iniquum, 1. ongelijk 2. onrechtvaardig
praebere
=
praebeo, 1. aanbieden 2. geven
uxor
=
uxoris, vr., de echtgenote
trahere
=
traho, trekken
lingua
=
linguae, vr., 1. de tong 2. de taal
interea
=
bijwoord, intussen
olim
=
bijwoord, ooit (eens)
nunc
=
bijwoord, nu
duo
=
duae, duo, twee