ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Latijn
Ars legendi
Vici
Vici 04.05-04.06
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Latijn
Nederlands
iste
=
ista, istud, die / dat (daar)
qui?
=
quae, quod, welke?
miser
=
misera, miserum, ongelukkig, ellendig
humanus
=
humana, humanum, 1. menselijk 2. vriendelijk 3. beschaafd
amor
=
amoris, m., de liefde
quantus
=
quanta, quantum, 1. hoe groot 2. (even groot) als
perdere
=
perdo, 1. in het ongeluk storten 2. verliezen
scribere
=
scribo, schrijven
poena
=
poenae, vr. , de straf
damnare
=
damno, veroordelen
nescire
=
nescio, niet weten, niet kennen
insula
=
insulae, vr., het eiland
comitari
=
comitor, vergezellen
mater
=
matris, vr., de moeder
usus
=
usus, m., 1. het gebruik 2. het nut
permittere
=
permitto, toestaan
color
=
coloris, m., de kleur
infelix
=
infelix, infelix, ongelukkig
non solum ..., sed etiam
=
niet alleen ..., maar ook ...
contra
=
+ acc., 1. tegenover 2. tegen
quantum
=
bijwoord, 1. hoeveel, hoezeer 2. (zoveel) als
abesse
=
absum, 1. afwezig zijn 2. verwijderd zijn