ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Latijn
Disco
Deel 1 en 2
Hoofdstuk 18
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Latijn
Nederlands
suus
=
zijn / haar / hun (afh. van het subject)
cupido / cupidines v
=
verlangen
consul / consules m
=
consul
periculum
=
gevaar
salus / salutes v
=
heil / redding
praeponere
=
verkiezen (boven + dat.)
tempus / tempora o
=
tijd
adesse
=
aanwezig zijn
convertere
=
richten (op: ad + acc.)
prodere
=
verraden
liberare
=
bevrijden
procedere
=
naar voren gaan
supplicium
=
(dood)straf
verberare
=
afranselen
dissimulare
=
verbergen / niets laten merken van
castra (alleen meervoud)
=
(leger)kamp
circum (+ acc.)
=
rondom
celer / celeris / celere
=
snel
civis / cives m
=
burger
vocare
=
roepen / noemen (+ dubb. acc.)
occidere
=
doden
securus
=
onbezorgd
audax / audaces
=
dapper / roekeloos
ferox / feroces
=
moedig / woest / onstuimig
temptare
=
proberen (+ inf.) / testen
crudelis
=
wreed
fortitudo / -tudinem (acc.) m
=
dapperheid
ignis / ignes m
=
vuur
dexter / t(e)ra / t(e)rum
=
rechter- / rechts
virtus / virtutes v
=
moed / verdienste
commotus
=
bewogen / ontroerd
remittere
=
terugzenden / laten gaan
omnis
=
elk / ieder / geheel
omnes (meervoud) m
=
allen (
omnia (meervoud) o
=
alles (
fortis
=
dapper
laudare
=
prijzen
appellare
=
noemen (+ dubb. acc.)