ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Latijn
Disco
Deel 1 en 2
Hoofdstuk 24
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Latijn
Nederlands
maiores (meervoud)
=
voorouders
similis
=
gelijk
inopia
=
gebrek
tolerare
=
verdragen / uithouden
aetas / aetates v
=
leeftijd / generatie
denique
=
tenslotte
fines (meerv. van ‘finis') m
=
gebied
excedere
=
naar buiten gaan / gaan (iut + abl.)
libertas / libertates v
=
vrijheid
invidia
=
jaloezie
adductus
=
ppp van adducere
adducere
=
brengen tot / drijven tot
potens / potentes
=
machtig
servitus / servitutes v
=
slavernij
redigere
=
terugbrengen (tot: in + acc.)
respicere / io
=
terugkijken / omkijken naar
subiectus
=
ppp van subicere / io
subicere / io
=
onderwerpen
provincia
=
provincie
redactus
=
ppp van redigere
perpetuus
=
eeuwig
premere
=
drukken / in het nauw brengen
Gallus
=
Galliër / Gallisch
nisi
=
als niet / tenzij (na ontkenning)
valetudo / valetudines v
=
gezondheid
munitio / munitiones v
=
vestingwerk / schans
accedere
=
gaan naar
flere
=
wenen
custos / custodes m
=
wachter / bewaker
positus
=
ppp van ponere
ponere
=
plaatsen / leggen
fieri
=
gebeuren / worden / gemaakt worden
alius ... alius
=
de een... de ander
vivus
=
levend
fuga
=
vlucht
comprehendere
=
grijpen / oppakken
signum
=
teken / veldteken
militaris
=
militair(e)
incolumis
=
ongedeerd
arx / arces v
=
burcht
copiae (meervoud)
=
troepen
numerus
=
aantal / getal
captus
=
ppp van capere / io
capere / io
=
Nemen
interfectus
=
ppp van interficere / io
interficere / io
=
doden
reliquus
=
overig
civitas / civitates v
=
burgerij / stad / staat
discedere
=
alle kanten op gaan / uiteengaan
suscepi
=
op zich nemen (pf)
suscipere / io
=
op zich nemen
necessitas / necessitates v
=
noodzaak
causa (+ gen.)(postpositie)
=
wegens
communis
=
gemeenschappelijk
cedere
=
gaan
missus
=
ppp van mittere
mittere
=
zenden
princeps / principes m
=
eerste
producere
=
naar voren leiden
productus
=
ppp van producere
proieci
=
naar voren werpen (pf)
proicere / io
=
naar voren werpen