Pallas

Woordenlijsten Pallas

Hier vind je de woordenlijsten van Pallas van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Oudgrieks Nederlands
  • καί = en / ook / zelfs
  • νῦν = nu
  • οὐ / οὐκ / οὐχ = niet
  • φεύγει (+ acc.) = hij vlucht / zij vlucht / het vlucht (voor)
  • ἡ χώρα = land / streek
  • γάρ = want (γάρ staat op de 2de plaatsvan de zin)
  • ὁ θεός = god
  • ὁ ἄνθρωπος = mens / man
  • ἀλλά, ἀλλ' = maar
  • ἔχει = hij heeft / zij heeft / het heeft
  • τοῦτο = dit / dat (nom. + acc. onz.)
  • ὁ φόβος = angst / vrees
  • ἡ μάχη = gevecht / strijd
  • πρός + acc. = naar(toe) / tot
  • δέ, δ' = en / maar (δέ staat meestal op de 2de, soms op de 3de plaats van de zin. Meestal kun je δέ onvertaald laten, behalve na een komma)
  • τί...; = waarom?
  • οἰκεῖ = hij woont / zij woont / het woont / bewoont
  • εἰς + acc. = naar / naar binnen / tot
  • ὁ δοῦλος = slaaf
  • ἐστι(ν) = hij is / zij is / het is
  • οὕτως = zo / op die manier
  • λαμβάνει = hij neemt / zij neemt / het neemt / hij pakt / zij pakt / het pakt (vast)
  • εἰσι(ν) = (zij) zijn
  • τὸ θηρίον (mv. τὰ θηρία) = wild dier / beest
  • ὁ δεσπότης = heerser / meester