Apúntate deel 1

Hier vind je de woordenlijsten van ¡Apúntate!   Het woordjes leren doe je met Wozzol.

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Spaans Nederlands
  • la calle = de straat
  • un = een
  • una = een
  • una / un

    een

  • la ciudad = de stad
  • el centro = het centrum
  • ¿Qué hay allí? = Wat is daar allemaal?
  • ¿qué? = Wat?
  • hay = er is / er zijn
  • allí = daar
  • la tienda = de winkel
  • el hotel = het hotel
  • mucho = veel
  • mucho más = veel meer
  • más = meer
  • ¡Mira! = Kijk maar!
  • la heladería = de ijssalon
  • la panadería = de bakkerij
  • el kiosco = de kiosk
  • además = bovendien
  • el cine = de bioscoop
  • el restaurante = het restaurant
  • el cibercafé = het internetcafé
  • por supuesto = natuurlijk
  • ¿Qué más hay? = Wat is er nog meer?
  • el castillo = het kasteel
  • la playa = het strand
  • por aquí = in de buurt
  • no sé = ik weet het niet
  • buscar = zoeken