Apúntate deel 1

Hier vind je de woordenlijsten van ¡Apúntate!   Het woordjes leren doe je met Wozzol.

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Spaans Nederlands
  • sano = gezond
  • próximo = volgend / komend
  • el desayuno = het ontbijt
  • perfecto = perfect
  • la manzana = de appel
  • los cereales = de ontbijtgranen / de muesli
  • la fruta = het fruit / de vrucht
  • por ejemplo = bijvoorbeeld
  • el plátano = de banaan
  • la pera = de peer
  • el melocotón = de perzik
  • dulce = zoet
  • el cruasán = de croissant
  • la galleta = het koekje
  • la tostada = het geroosterd brood
  • la mantequilla = de boter
  • la mermelada = de jam
  • la leche = de melk
  • el Cola Cao = het cacaopoeder
  • típico = typisch
  • el pan = het brood
  • el gallo pinto = de gallo pinto
  • el huevo = het ei
  • el plato = het gerecht / het bord
  • el arroz = de rijst
  • el frijol = de boon
  • el fin de semana = het weekend
  • los embutidos = de vleeswaren