Apúntate deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van ¡Apúntate! Het woordjes leren doe je met Wozzol.

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Spaans Nederlands
  • ¿Qué pasó ayer? = wat is er gisteren gebeurd?
  • pasado = afgelopen / vorig
  • intentar = proberen
  • nada de nada = helemaal niks / noppes
  • hace … = ... geleden
  • mandar a = sturen naar
  • el saludo = de groet
  • Saludos = Groetjes
  • ayer = gisteren
  • cuando = als / wanneer / toen
  • empezar a = beginnen te / beginnen met
  • terminar = afmaken / afkrijgen
  • irse a la cama = naar bed gaan
  • la ciencia = de wetenschap
  • imaginarse = zich voorstellen
  • el guía = de gids
  • la guía / el guía

    de gids

  • la guía = de gids
  • la guía / el guía

    de gids

  • salir en grupo = met een groep meegaan
  • es un palo = het is vervelend
  • mirarse = bekijken
  • la calma = de rust / de kalmte
  • con calma = op zijn / haar gemak / rustig
  • No hay manera. = Dat gaat niet.
  • alguien = iemand
  • la alarma = het alarm
  • gritar = schreeuwen / roepen
  • ¡Fuera de aquí! = Weg hier!
  • el caos = de chaos
  • armarse = uitbreken
  • Resulta que = Het blijkt dat
  • el detector de humo = de rookmelder
  • por cierto = trouwens
  • guapo = lieverd
  • dejar = laten / toestaan
  • los servicios = de toiletten
  • ponerse (al teléfono) = aan de telefoon komen