Apúntate deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van ¡Apúntate! Het woordjes leren doe je met Wozzol.

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Spaans Nederlands
  • ¿Qué tal, che? = hé, hoe is 't?
  • ¡che! = hé! / joh!
  • la fecha = de datum
  • el asunto = de betreftregel
  • el mismo = dezelfde / hetzelfde
  • el mismo

    dezelfde / hetzelfde m

  • la misma = dezelfde / hetzelfde
  • la misma

    dezelfde / hetzelfde v

  • vos = jij
  • en lugar de = in plaats van
  • en vez de / en lugar de

    in plaats van

  • en vez de = in plaats van
  • en vez de / en lugar de

    in plaats van

  • el pulóver = de trui
  • normal = normaal
  • normalmente = normaal gesproken
  • el invierno = de winter
  • el contrario = het tegendeel
  • al contrario que = in tegenstelling tot
  • el asado = gegrild vlees / de barbecue
  • argentino = Argentijns
  • inmenso = enorm
  • enorme / inmenso

    enorm

  • el metro = de meter
  • el ancho = de breedte
  • probablemente = waarschijnlijk
  • ancho = breed
  • el obelisco = de obelisk
  • enorme = enorm
  • enorme / inmenso

    enorm

  • quedarse con la boca abierta = daar valt de mond van open
  • la boca = de mond
  • el subte = de metro / de ondergrondse
  • ir de compras = winkelen
  • perderse = verdwalen
  • fácilmente = makkelijk / eenvoudig
  • el millón = het miljoen
  • prácticamente = praktisch / nagenoeg
  • tranquilamente = rustig
  • sino = maar
  • el mar = de zee
  • el puerto = de haven
  • el zoológico = de dierentuin
  • la barca = de boot
  • ir en barca = varen / met de boot gaan
  • el lémur = de maki
  • Me parece bien. = Dat lijkt me goed.
  • Me parece mal. = Dat lijkt me slecht.
  • convencer = overtuigen / overhalen
  • ¿para qué? = waarvoor?
  • desde = sinds
  • el vuelo = de vlucht
  • durar = duren
  • el fin del mundo = het eind van de wereld
  • esquiar = skiën
  • la nieve = de sneeuw
  • el viento = de wind
  • torcido = krom / scheef
  • el pingüino = de pinguïn
  • entenderse = elkaar begrijpen
  • estupendamente = fantastisch / geweldig
  • precioso = schattig
  • Nos vemos. = We zien elkaar. / Tot gauw.