Apúntate deel 3

Hier vind je de woordenlijsten van ¡Apúntate! Het woordjes leren doe je met Wozzol.

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Spaans Nederlands
  • cero = nul
  • la dirección = de richting
  • en dirección a = in de richting van
  • caminar = lopen
  • el lugar = de plaats
  • la línea = de lijn
  • bajar = uitstappen
  • bajarse = uitstappen
  • bajarse / bajar

    uitstappen

  • el teleférico = de kabelbaan
  • costar = kosten
  • el billete = het kaartje / het biljet
  • depende = dat hangt ervan af
  • el billete combinado = het kaartje voor meerdere zones
  • sencillo = eenvoudig
  • el billete sencillo = het kaartje voor één zone / het enkeltje
  • la zona = de zone
  • el bono de diez = de tienrittenkaart
  • lo que = wat
  • cambiar (a) = overstappen (op)
  • rápido = snel
  • necesitar = nodig hebben / moeten
  • respirar = ademen
  • el aire = de lucht
  • la estación = het station
  • el tren = de trein
  • la estación de trenes = het treinstation
  • el palmeral = de palmentuin
  • bajar (por una calle) = (een straat) aflopen
  • entretenerse (con) = zich vermaken (met)
  • la estatua = het standbeeld
  • la estatua viva = het levende standbeeld
  • vivo = levend
  • la música = de muzikante
  • el músico = de muzikant
  • la tarjeta postal = de ansichtkaart
  • el recuerdo = het souvenir / de herinnering
  • gratuito = gratis
  • el cuadro = het schilderij
  • por lo menos = op zijn minst
  • subir = instappen
  • subirse = instappen
  • subirse / subir

    instappen

  • eterno = eindeloos
  • colarse = voordringen