ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Spaans
Prisma - Spaans voor zelfstudie
Cursus - 1e editie
Hoofdstuk 6 - Les 6
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Spaans
Nederlands
el alcalde
=
de burgemeester
antes
=
daarvoor, eerder
avisar
=
waarschuwen, berichten, in kennis stellen
ayudar
=
helpen
el barco
=
de boot
el billete
=
het kaartje
cambiar
=
wisselen, veranderen
el cambio
=
het wisselgeld
la cartera
=
de portefeuille
cerrar (e›ie)
=
dichtdoen
el cigarillo
=
de sigaret
conmigo
=
met mij
la cuenta
=
de rekening
despedirse (e›i)
=
afscheid nemen / afscheid nemen van elkaar
disculpe
=
sorry
durar
=
duren
encontrar(se)
=
ontmoeten / elkaar ontmoeten
encontrarse con
=
tegenkomen / toevallig tegenkomen
enfermo
=
ziek
esperar
=
wachten, hopen
el/la estudiante
=
de student / de studente
el experto
=
de expert
la fruta
=
het fruit
las gafas
=
de bril
girar
=
draaien / afslaan / afslaan in het verkeer
hacer transbordo
=
overstappen
lavarse
=
zich wassen
levantarse
=
opstaan
libre
=
vrij
la maleta
=
de koffer
el maletero
=
de kofferbak
la niña
=
het meisje
no fumadores
=
niet-rokers
ocupado
=
bezet
el orden
=
de orde
la parada
=
de halte
perdone
=
pardon
ponerse
=
aantrekken / aantrekken van kleding en schoenen
preparar
=
klaarmaken / toebereiden / bereiden
quedarse
=
blijven
la receta
=
het recept
recibir
=
ontvangen, krijgen
el respeto
=
het respect
el retraso
=
het oponthoud, de vertraging
saludarse
=
elkaar groeten
secarse
=
zich afdrogen
seguir
=
doorrijden
sentarse
=
gaan zitten
el taxi
=
de taxi
el taxímetro
=
de meter van de taxi / de meter
temprano
=
vroeg
el vagón
=
de wagon
vestirse
=
aankleden
el viaje
=
de reis