ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Spaans
De Uitgeversgroep
Spaans 2 op B1-niveau SPA B1 HTR
B1 - Deel Luchtvaart - 1e editie
LVD SPA 2 Het vliegtuig
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Spaans
Nederlands
EL AVION (exterior)
=
HET VLIEGTUIG (exterieur)
el fuselaje
=
de romp
el ala
=
de vleugel
la cabina
=
de cabine
el motor
=
de motor
el tren de aterrizaje
=
het landingsgestel
la cola
=
de staart
el estabilizador
=
het staartstuk
el compartimento de equipajes
=
het bagageruim
la cabina de mando
=
de cockpit
la ventanilla
=
het raampje
la escalera
=
de vliegtuigtrap
la salida de emergencia
=
de nooduitgang
EL AVION (interior)
=
HET VLIEGTUIG (interieur)
la planta superior
=
het upperdeck
los lavabos
=
de toiletten
el pasillo
=
het gangpad
el vestíbulo
=
de garderobe
el portaequipajes
=
de bagagebak
la fila
=
de stoelrij
el asiento
=
de stoel
el tapizado
=
de bekleding
el respaldo
=
de rugleuning
el brazo
=
de armleuning
la cubierta (del cabezal)
=
de headrestcover
el cenicero
=
de asbak
el botón
=
de drukknop
la lamparilla
=
het leeslampje
el timbre
=
de bel
el audífono / el auricular
=
de earphone / het luisterapparaat
el enchufe
=
de aansluiting (van de earphone)
la mesita plegable
=
het klaptafeltje
desplegar la mesita
=
het tafeltje uitklappen
doblar la mesita
=
het tafeltje inklappen
el cinturón
=
de stoelriem
desabrochar
=
losmaken
abrochar
=
vastmaken
adelantar
=
rechtop zetten
la bolsa del asiento
=
de stoelzak
la cocina
=
de pantry
la nevera
=
de ijskast
el área de descanso
=
mobile crew rest
el aire acondicionado
=
de airconditioning
el horno
=
de oven
la carretilla
=
de trolley
la silla plegable
=
het klapstoeltje
la almohada
=
het kussen
la manta
=
de deken
apagar
=
blussen
la máscara de oxígeno
=
het zuurstofmasker
la botella de oxígeno
=
de zuurstoffles
el chaleco salvavidas
=
het zwemvest
el botiquín
=
de verbandkist
el tobogán, la rampa
=
de glijbaan
la linterna
=
de zaklantaarn