ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Spaans
De Uitgeversgroep
Spaans A1 SPA A1 HTR
A1 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
SPA A1, Hoofdstuk 7 En el camping
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Spaans
Nederlands
a su mano derecha
=
aan uw recherhand
aburrirse
=
zich vervelen
acceso, el
=
toegang, de
adaptado para
=
aangepast voor
además
=
bovendien
afeitarse
=
zich scheren
agua caliente, el
=
warm water, het
agua potable, el
=
drinkwater, het
ahora mismo
=
nu meteen
al aparato
=
daar spreekt u mee
algún / alguna
=
een / een of ander
alquiler de bicicletas, el
=
fietsverhuur, de
amable
=
aardig
animación, la
=
animatie, de
animal doméstico, el / mascota, la
=
huisdier, het
apuntar
=
noteren
así es
=
zo is het
asunto, el
=
onderwerp, het
atentamente
=
hoogachtend
ayudar
=
helpen
baloncesto, el
=
basketbal, het (de sport)
balonmano, el
=
handbal, het (de sport)
bañarse
=
baden
barrera, la
=
slagboom, de
buena vista, la
=
goede / mooie uitzicht, het
bungalow, el
=
bungalow, de
callecita, la
=
straatje, het
cambiar
=
veranderen / wijzigen
campeonato, el
=
toernooi, het
campista, el
=
kampeerder, de
campo de baloncesto, el
=
basketbalveld, het
campo de deporte, el
=
sportveld, het
campo de fútbol, el
=
voetbalveld, het
campo de voleibol, el
=
volleybalveld, het
cancelar
=
annuleren
carnet de identidad, el
=
identiteitskaart, de
casarse
=
trouwen
centro de bienestar, el
=
wellness center, het
coche-cama, el
=
kamper, de
cocina, la
=
keuken, de
colega, el / la
=
collega, de
comprobar
=
nakijken / toetsen / checken
conexión a internet, la
=
internetverbinding, de
confirmación, la
=
bevestiging, de
confirmar
=
bevestigen
cordial saludo, un
=
met vriendelijke groet,
cuarto de baño, el
=
badkamer, de
¿de parte de quién?
=
met wie spreek ik?
dejar
=
verlaten / achterlaten
departamento, el
=
afdeling, de
deseo, el
=
wens, de
detalle, el
=
bijzonderheid, de / detail, het
día de llegada, el
=
aankomstdag, de
día de salida, el
=
vertrekdag, de
¡dígame!
=
zegt u het maar!
directo
=
direct / rechtstreeks
disponer de
=
beschikken over
disponible
=
beschikbaar
dormitorio, el
=
slaapkamer, de
ducharse
=
zich douchen
edificio sanitario, el
=
sanitairgebouw / toiletgebouw, het
electricidad, la
=
electriciteit, de
empleado, el
=
werknemer, de
en ese caso
=
in dat geval
en primera línea de
=
direct aan het strand /
playa / mar
=
aan zee gelegen
entrada, la
=
aanbetaling, de
equipo de animación, el
=
animatieteam, het
equivocarse
=
zich vergissen
estimado / -a / -os / -as
=
geachte
fecha de nacimiento, la
=
geboortedatum, de
firmar
=
ondertekenen / een handtekening zetten
folleto, el
=
folder, de
formulario de inscripción, el
=
inschrijfformulier, het
fuera (de)
=
buiten
funcionar
=
functioneren / doen
general
=
algemeen
golf, el
=
golfsport, de
gracias por
=
dank u wel voor / bedankt voor
hacer barbacoa
=
barbecueën
hacer ruido
=
herrie maken
importe, el
=
bedrag, het
importe total, el
=
totaalbedrag, het
inscribirse
=
zich inschrijven
instalaciones, las
=
faciliteiten, de
irse
=
weggaan
jóvenes, los
=
jongeren, de
juego, el
=
spel, het
jugar al baloncesto
=
basketballen
jugar al balonmano
=
handballen
jugar al fútbol
=
voetballen
jugar al golf
=
golfen
jugar al tenis
=
tennissen
kilómetro, el
=
kilometer, de
lavadero de ropa, el
=
wasruimte, de
lavarse
=
zich wassen
levantarse
=
opstaan
limpiar
=
schoonmaken
limpieza, la
=
schoonmaak, de
limpio / -a
=
schoon
llamada telefónica, la
=
telefoongesprek, het
llamar
=
bellen
llegada, la
=
aankomst, de
lo siento
=
het spijt me
lo tengo muy claro
=
het is mij duidelijk
lo voy a pasar
=
ik zal het doorgeven
lugar de nacimiento, el
=
geboorteplaats, de
luz, la
=
licht, het
mandar
=
sturen / verzenden
más tarde
=
later
mensaje, el
=
boodschap, de / bericht, het
microondas, el
=
magnetron, de
minigolf, el
=
midgetgolf, het
minusválidos, los
=
mindervaliden, de
natación, la
=
zwemmen, het (de sport)
ningún problema
=
geen probleem
no se permite / permiten
=
men staat niet toe / het is niet toegestaan
noche de baile, la
=
dansavond, de
noche de barbacoa, la
=
barbecue-avond, de
número, el
=
aantal, het
número de reserva, el
=
reserveringsnummer, het
ocupación, la
=
bezetting, de
oficina de recepción, la
=
receptie, de
organizar
=
organiseren
pájaro, el
=
vogel, de
palmera, la
=
palmboom, de
paloma, la
=
duif, de
papel higiénico, el
=
toiletpapier, het
parcela, la
=
staanplaats, de
parque infantil, el
=
speeltuin, de
participar
=
deelnemen / meedoen
pasaporte, el
=
paspoort, het
paseo a pie, el
=
wandeling, de
período, el
=
periode, de
pista de tenis, la
=
tennisbaan, de
plano, el
=
plattegrond, de
popular
=
populair
por desgracia
=
helaas
practicar deporte
=
sport beoefenen
preocuparse
=
zich zorgen maken
prepararse
=
zich voorbereiden
prohibido
=
verboden
¡qué pena!
=
wat jammer / vervelend
quedarse
=
blijven
queja, la
=
klacht, de
relajarse
=
zich ontspannen
rellenar
=
invullen
reparar
=
repareren
resto, el
=
rest, de
reunirse
=
verzamelen / bij elkaar komen
saber
=
weten
sala de juegos, la
=
speelhal, de
sanitario, el
=
sanitair, het
se permite / permiten
=
men staat toe / toegestaan
servicio de transporte, el
=
vervoerservice, de
servicio médico, el
=
medische dienst / dokterspost, de
silla de jardín, la
=
tuinstoel, de
sistema de reservas, el
=
reserveringssysteem, het
situación, la
=
situatie / ligging, de
suerte, la
=
geluk, het
tarde
=
laat
técnico, el
=
monteur, de
temporada alta, la
=
hoogseizoen, het
temporada baja, la
=
laagseizoen, het
temporada media, la
=
middenseizoen, het
tenis, el
=
tennis, het (de sport)
tenis de mesa, el
=
tafeltennis
terminar
=
eindigen / stoppen
tiempo libre, el
=
vrije tijd, de
tienda (de campaña), la
=
tent, de
tratarse
=
gaan over / betreffen
vecino, el
=
buurman, de
vecinos, los
=
buren, de
vehículo, el
=
voertuig, het
zona de barbacoa, la
=
barbecuezone, de
zona de lavar platos, la
=
afwasruimte, de