Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Spaans Nederlands
  • Agosto = Augustus
  • Apaga la música = Zet de muziek even uit
  • Apagar = Uitzetten
  • Aquí no se permite fumar = Het is hier niet toegestaan om te roken
  • Barre el suelo del comedor = Veeg de vloer van de eetzaal
  • Barrer = Vegen
  • Beba mucha agua = Drinkt u veel water
  • Deme su pasaporte = Geeft u mij uw paspoort
  • Deportivo = Sportief
  • Descubra la ciudad en bicicleta = Ontdek de stad op de fiets
  • Diciembre = December
  • Dime que te pasa = Zeg met wat er met je aan de hand is
  • Domingo = Zondag
  • El agua del grifo = Het kraanwater
  • El animal doméstico/La mascota = Het huisdier
  • El bañador largo = De boxershort
  • El fin de semana = Het weekend
  • El invierno = De winter
  • El otoño = De herfst
  • El verano = De zomer
  • Ellos harían un paseo en barco = Zij zouden een boottocht maken
  • Enero = Januari
  • Es peligroso llevar joyas = Het is gevaarlijk om sieraden te dragen
  • Está prohibido ir por la calle sin camiseta = Het is verboden om zonder shirt op straat te lopen
  • Febrero = Februari
  • Jueves = Donderdag
  • Julio = Juli
  • Junio = Juni
  • La gorra = De pet
  • La lista de huéspedes = De gastenlijst
  • La primavera = De lente
  • Las chanclas = De slippers
  • Las joyas = De sieraden
  • Le aconsejo llevar ropa deportiva = Ik adviseer u sportieve kleding te dragen
  • Le recomiendo tomar el autobús = Ik raad u aan om met de bus te gaan
  • Les recomendamos llevar zapatos cerrados = Wij raden u aan dichte schoenen te dragen
  • Lleve paraguas = Neemt u een paraplu mee
  • Lunes = Maandag
  • Martes = Dinsdag
  • Marzo = Maart
  • Mayo = Mei
  • Miércoles = Woensdag
  • Nosotros saldríamos a las 9.00 = Wij zouden om 9.00 vertrekken
  • Noviembre = November
  • Octubre = Oktober
  • Ponerse crema = Zich insmeren
  • Ponte crema solar = Smeer je in met zonnebrandcrème
  • Recibe a los huéspedes = Ontvang de gasten
  • Sábado = Zaterdag
  • Salga temprano = Vertrekt u op tijd
  • Se permiten perros = Honden zijn toegestaan
  • Se prohibe fumar = Het is verboden roken
  • Septiembre = September
  • Tenga cuidado con los rateros = Kijkt u uit voor zakkenrollers
  • Viernes = Vrijdag
  • Yo iría en avión = Ik zou met het vliegtuig gaan