Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Spaans Nederlands
  • acabar de = klaar zijn met
  • acabar de

    net klaar zijn met

  • el acontecimiento = de gebeurtenis
  • la actualidad = de actualiteit
  • alcanzar = bereiken
  • el alcoholímetro = de alcoholmeter
  • aprovechar = gebruik maken van / genieten van
  • asegurar = verzekeren
  • borracho = dronken
  • cobrar = in rekening brengen
  • comprobar = controleren
  • contar = vertellen
  • darse cuenta de = doorhebben
  • diluir = oplossen
  • disfrutar = genieten
  • emitir = uitzenden
  • engañar = bedriegen
  • defraudar / engañar

    bedriegen

  • estar a favor / en contra = voor
  • el éxito = het succes
  • ganar = winnen
  • ganar

    winnen / verdienen

  • marcar un gol = een doelpunt maken
  • los medios de comunicación = de media
  • las noticias = het nieuws
  • la novedad = het nieuwtje
  • el partido = de wedstrijd
  • perder = verliezen
  • la prensa = de (roddel)pers
  • la prensa rosa

    de (roddel)pers

  • prestar atención a = aandacht besteden aan
  • la prueba de alcohol = de alcoholtest
  • el rumor = de roddel
  • la sangre = het bloed
  • sudar = zweten
  • tener en cuenta = rekening houden met
  • la victoria = de overwinning
  • volver a = opnieuw doen
  • vomitar = overgeven