elkaar begrijpen

Elkaar leren begrijpen in het Spaans


Wil je elkaar kunnen begrijpen in het Spaans?
Leer dan deze lijst met Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Spaans Nederlands
  • ¿Cómo? = Wat zeg je?
  • escribe = schrijf
  • ¿Cómo se escribe?

    Hoe schrijf je dat?

  • No lo sé. = Ik weet het niet.
  • ¿Habla usted inglés? = Spreekt u Engels?
  • deletrear = spellen
  • ¿Cómo se dice ... en español? = Hoe zeg je ... in het Spaans?
  • No comprendo. = Ik begrijp het niet.
  • más despacio = langzamer
  • ¿Puede hablar más despacio, por favor?

    Kunt u wat langzamer spreken, aub?

  • Hablo un poco de español. = Ik spreek een beetje Spaans.
  • ¿Podría repetir eso? = Kunt u dat herhalen?
  • Cuánto cuesta = hoeveel
  • ¿que hora es? = hoe laat is het?
  • No entiendo = ik begrijp het niet
  • No hablo… = ik spreek geen ...
  • dónde está ...? = waar is ...?
  • ¿Como pronuncias eso? = hoe spreek je dat uit?
  • Inglés = engels
  • Hablas = spreekt u
  • mi nombre es ... = ik heet ...
  • ¿Cuál es tu nombre? = Hoe heet je?
  • lo siento = sorry
  • Gracias = dank u wel
  • Por favor = alstublieft
  • No = nee
  • Si = ja
  • Yo creo que = ik vind